Paul Verheijen

SIXTIJNSE KAPEL - WANDEN LAAG 3

Pausen

Pauselijke macht

Paus Sixtus IV wilde met de beide frescocycli op de tweede laag van de wanden de macht van de paus als vertegenwoordiger van God op aarde laten zien.
Om de verbinding van de kerkelijk macht met het leven van Mozes en Jezus verder te benadrukken, liet hij op de derde laag portretten van vroege pausen schilderen.

De benaming 'paus' is hier feitelijk niet juist. (Zie de menupagina Pausen.)

De pausportretten zijn twee aan twee te zien tussen de ramen.
Gezien de symmetrie met de tegenoverliggende wand werden vermoedelijk vier portretten (a t/m d) later opgeofferd ten behoeve van het Laatste Oordeel van Michelangelo.
Mogelijk betrof het afbeeldingen van Christus, de eerste paus Petrus (±39-67), Paulus en de tweede paus Linus (±67-76; 23 september, sinds 1969 geschrapt).
De volgorde van de pausen wisselt telkens van ene naar de andere muur, maar is niet helemaal consequent volgehouden.
Men kon zich echter niet vergissen, want de namen van de pausen staan eronder vermeld, gevolgd door de duur van hun pontificaat in aantal jaren en maanden.
De pausgalerij symboliseert de continuïteit van het pausambt en de onveranderlijkheid van de pauselijke macht.

Iconografie

De pausen zijn ten voeten uit geschilderd door Fra Damante, Domenico Ghirlandaio, Sandro Botticelli en Cosimo Rosselli.
Elke paus staat in een trompe-l'oeil schelp-nis, is verkort afgebeeld om het zicht van onderaf te compenseren en draagt dezelfde lange, ceremoniële gewaden.
Het bood de vier kunstenaars weinig gelegenheid hun eigen kunde of fantasie te demonstreren.
Dat zal ook de reden zijn dat de pausgalerij in informatiebronnen over de Sixtijnse Kapel een ondergeschoven kindje is.
Toch hebben de schilders geprobeerd de houding en het gezicht van elke paus tot leven te wekken.
Uiteraard was dat volstrekt willekeurg, omdat biografische portretten van deze pausen ontbraken.
Vooral de figuur van paus Sixtus II (#24) krijgt gewoonlijk veel lof.
Dit fresco wordt toegeschreven aan Botticelli.

Annuario Pontificio

Hieronder staan de pausen afgebeeld in de chronologische volgorde van hun pausschap met de naam zoals onder het fresco vermeld.
Het betreft hier alle pausen die nog moesten lijden onder christenvervolgingen tot het jaar 313.
Daarachter heb ik de jaartallen van hun pontificaat tussen haakjes vermeld en de liturgische feestdag.
Hoewel al deze vroege pausen heilig zijn verklaard, zijn vele in 1969 uit de heiligencanon verwijderd, aangegeven met *.
De officiële pauslijst staat in het Annuario Pontificio, het Vaticaanse jaarboek.
De vermelde pontificaatjaren van de eerste twaalf pausen zijn onzeker.

Pausen 03-09


03 - ANACLETUS . GRECUS . EX ATHENIS
Anacletus was waarschijnlijk paus van 76 of 79 - 88 of 92 (feestdag 13 juli) en is vermoedelijk dezelfde als Cletus (feestdag 26 april); beide namen zijn in 1969 geschrapt
04 - CLEMENS . ROMANUS (±88-97; 23 november)
05 - EVARISTUS . GRECUS (±97-105; 26 oktober*)
06 - ALEXANDER . ROMANUS (±105-115; 3 mei)
07 - SIXTUS . ROMANUS (±115-125; 6 april)
08 - THELESPHORUS . GRECUS (±125-136; 5 januari)
09 - IGINUS . GRECUS . EX ATHENIS (±136-140; 11 januari*)

Pausen 10-16


10 - PIUS . ITALUS (±140-155; 11 juli*)
11 - ANICETUS . SIRUS (±155-166; 17 april*)
12 - SOTHER . ITALUS . EX FUNDIS (±166-175; 22 april*)
13 - ELEUTE[RIUS] (175-189; 26 mei*)
14 - VICTOR . AFER (189-199; 28 juli*)
15 - ZEPHERINUS . ROMANUS (199-217; 26 augustus*)
16 - CALISTUS . ROMANUS (217-222; 14 oktober)

Pausen 17-23


17 - URBANUS . ROMANUS (222-230; 25 mei*)
18 - PONTIANUS . PONTANUS (230-235; 13 augustus)
19 - ANTHERUS . GRECUS (235-236; 3 januari)
20 - FABIANUS (236-250; 20 januari)
21 - CORNELIUS . ROMANUS (251-253; 16 september)
22 - VOIUS . ROMANUS (253-254; 4 maart*)
23 - STEPHANUS . ROMANUS (254-257; 2 augustus)

Over deze Stephanus schrijft de Legenda Aurea:
Nadat paus Stephanus vele heidenen door zijn woord en voorbeeld had bekeerd en vele lichamen van heilige martelaren had begraven, lieten Valerianus en Galliënus hem in het jaar des Heren 260 intensief zoeken om hem en zijn geestelijken tot offeren te dwingen of hen anders met allerlei folteringen te straffen. Zij lieten bekendmaken dat degene die hen aangaf hun hele vermogen in bezit zou krijgen. Zo werden tien van zijn geestelijken opgepakt en onmiddellijk zonder vorm van proces onthoofd. De volgende dag werd paus Stephanus opgepakt en naar de tempel van Mars gevoerd om daar ofwel het afgodsbeeld te aanbidden of de doodstraf te ondergaan. Maar toen hij daar was binnengegaan en God had gesmeekt deze tempel te verwoesten, stortte een groot deel van het gebouw in en de hele menigte vluchtte in paniek weg. Zelf ging hij naar de catacombe van sint Lucia. Zodra Valerinaus hiervan hoorde, stuurde hij nog meer soldaten op hem af dan eerst. Toen zij daar aankwamen, troffen zij hem aan bij het opdragen van de mis. En terwijl hij onverschrokken bleef en devoot voortzette wat hij was begonnen, onthoofdden zij hem op zijn zetel.
(Legenda Aurea 107,1-8)
Oudere documenten maken geen melding van dit martelaarschap van paus Stephanus.

Pausen 24-30


24 - SIXTUS . SECUNDUS . GRECUS (257-258; 7 augustus)
25 - DIONISIUS . ROMANUS (259-268; 30 december)
26 - FELIX . ROMANUS (269-274; 30 mei*)
27 - EUTICHIANUS (275-283; 8 december)
28 - [CAIUS .] DALMATA (283-296; 22 april*)
29 - MARCELLINUS . ROMANUS (296-304; 26 april*)
30 - MARCELLUS . ROMANUS (308-309; 16 januari)

2016 Paul Verheijen / Nijmegen