Paul Verheijen

MOZES

Belangrijke vrouwen - Bitja? - God krijgt een naam - Aäron en Mirjam - Beloofde land - Gouden kalf - Aanvullingen - Gloeiende kolen - Verlengde arm - Genezen uitslag - Gehoornd

Belangrijke vrouwen

Het leven van Mozes wordt beschreven in de bijbelboeken Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium.
Mozes was het kind van Hebreeuwse slaven, bij wie op last van de farao alle pasgeboren jongetjes moesten worden gedood.
Door zijn moeder werd hij in een met pek bestreken mandje in het water van de Nijl gezet, en daar door een prinses gevonden en geadopteerd.
Hierover iets meer in detail.

In de eerste twee hoofdstukken van het boek Exodus is een belangrijke rol weggelegd voor vrouwen.
Zo zijn er de Hebreeuwse vroedvrouwen Sifra en Pua die een bevel van de Egyptische farao aan hun laars lappen om bij een bevalling het kind te doden in geval het een jongetje is in het kader van het beleid van de farao het joodse slavenvolk 'klein' te houden.
Bij zijn volgende maatregel (alle pasgeboren joodse jongetjes moeten in de Nijl gegooid worden) is er opnieuw een vrouw die dit gebod op haar eigen wijze (niet) ten uitvoer brengt.
Na de geboorte van haar zoontje weet zij het kind drie maanden lang verborgen te houden.
Dan neemt ze een mandje van riet, strijkt het dicht met aardhars en pek, legt haar kindje daarin en zet het tussen het riet aan de oevers van de Nijl.
Haar oudste dochter houdt een oogje in het zeil.
Gebod opgevolgd: het jongetje is in de Nijl.

Bitja?

Een man uit de stam Levi trouwde met een vrouw uit diezelfde stam. Zij werd zwanger en bracht een zoon ter wereld. Ze zag hoe mooi het kind was en hield het verborgen, drie maanden lang. Toen ze geen kans zag haar zoon nog langer verborgen te houden, nam ze een mand van papyrus, bestreek die met pek en teer, legde het kind erin en zette de mand tussen het riet langs de oever van de Nijl. De zus van het kind ging een eind verderop staan, om te zien wat er met hem zou gebeuren.
Even later kwam de dochter van de farao naar de Nijl om te baden, terwijl haar dienaressen langs de rivier heen en weer liepen. Zij ontdekte de mand tussen het riet en liet die door een van haar slavinnen halen. Ze maakte de mand open en zag daarin het kind. Het jongetje huilde, en vol medelijden zei ze: ‘Dat moet een Hebreeuws kind zijn.’ Toen kwam de zus van het kind haar vragen: ‘Zal ik bij de Hebreeuwse vrouwen een voedster gaan zoeken om het kind voor u te voeden?’ ‘Ja, doe dat maar,’ antwoordde de dochter van de farao, waarop het meisje de moeder van het kind ging halen. De dochter van de farao zei tegen de vrouw: ‘Neem dit kind mee en voed het voor me. Ik zal u ervoor betalen.’ De vrouw nam het kind mee en voedde het. Toen het groot genoeg was, bracht ze het naar de dochter van de farao. Deze nam het kind aan als haar eigen zoon. Ze noemde hem Mozes, ‘want,’ zei ze, ‘ik heb hem uit het water gehaald.’

(Exodus 2,1-10)
Je zou deze bijbeltekst een volksverhaal kunnen noemen dat ontstaan is om de in duisternis gehulde jeugdjaren van beroemde figuren in overeenstemming te brengen met hun latere grootheid.
Je kunt daarbij denken aan de verhalen van Oedipus, Cyrus en Romulus & Remus.
Het verhaal van Mozes (hij is immers het uit het water gehaalde jongetje) vertoont vooral sterke overeenkomst met de geboortelegende van de Akkadische koning Sargon die verhaalt dat zijn moeder hem in het geheim ter wereld bracht, in een rieten mandje legde, dit dichtte met asfalt en in de rivier de Eufraat plaatste.
Hij wordt dan gevonden en gered door de waterdrager Akki en leeft als tuinman tot hij koning wordt.

Het verhaalfragment van Mozes roept nogal wat vragen op.
Is het wel verantwoord van de dochter van de farao in de Nijl te gaan baden met al die krokodillen?
Hoe weet farao's dochter dat het hier een Hebreeuws kind betreft?
En nu ze dat zo zeker weet, waarom gooit ze het dan niet onmiddellijk in de Nijl als krokodillenvoer om zo het bevel van haar vader ten uitvoer te brengen?
Heeft ze geconstateerd dat het jongetje besneden is?
Of vermoedt ze dat een joodse moeder op deze slimme manier het gebod van haar vader heeft omzeild?

De schrijver maakt het ons niet duidelijk.
Het verhaal van Mozes moet verder gaan.
Latere joodse tradities pakken het verhaal wél op en geven de dochter van de farao verschillende namen:
Bitja, Tarmoet of Merris.
Is zij dezelfde Bitja over wie in de bijbel vermeld wordt dat zij huwde met een van de zonen van Ezra?
(1 Kronieken 4,17)
Zo ja, dan zou dat verklaren dat zij zich het slavenlot van het joodse volk heeft aangetrokken en daarom het gebod van haar vader negeert.

God krijgt een naam

Mozes kreeg zijn opvoeding aan het hof, werd zich gaandeweg bewust van zijn afkomst en sloeg een opziener dood die een volksgenoot afranselde.
Uit angst voor verraad moest hij vluchten naar de woestijn.
Daar huwde hij met de dochter van een plaatselijke priester en werd diens schaapherder.
Toen hij eens de kudde ver de woestijn had ingedreven, werd zijn aandacht getrokken door een braamstruik die in brand stond, maar niet verkoolde.
Uit het vuur hoorde hij een stem die hem beval zijn sandalen uit te doen, want de plaats waar u staat is heilige grond.
(Exodus 3,5)
De stem maakte zich bekend als de JHWH, de God van Abraham, Isaak en Jakob, die de ellende van zijn volk had gezien.

Aäron en Mirjam

Mozes kreeg de opdracht zijn volk uit Egypte te bevrijden.
Aanvankelijk weigerde hij deze opdracht door JHWH te wijzen op zijn spraakgebrek.
Die liet hem daarom vergezellen door zijn broer Aäron.
Samen bepleitten ze de vrijlating van hun volk bij de farao.
Deze weigerde en verzwaarde de slavenarbeid.
JHWH stuurde tien plagen op farao af, en pas na de laatste, de dood van alle eerstgeborenen in Egypte, van dieren zowel als mensen, inclusief de kroonprins, zwichtte de farao, hetgeen leidde tot de exodus van het volk naar het beloofde land.

Het overlijden van Aäron, de eerste priester van de Levieten, op 123-jarige leeftijd op de berg Hor wordt op 1 juli door de kerk herdacht.
Hij wordt vereerd als voorloper van Christus, omdat volgens de evangelist Lucas Johannes de Doper - ook voorloper - afstamde van Aäron (Lucas 1,5).

Mirjam staat bekend als de zus van Mozes en Aäron en wordt eveneens op 1 juli herdacht, waarbij de kerkvaders haar zagen als voorafbeelding van Maria.
Veel joodse meisjes zijn naar haar genoemd (ook in de Griekse vorm Maria).
De anonieme zuster die baby Mozes in het mandje redde wordt gewoonlijk met Mirjam vereenzelvigd (Exodus 2,1-10).
Nadat het Egyptische leger in de Rietzee is verdronken meldt de bijbelschrijver echter pas voor het eerst haar naam:
De profetes Mirjam, Aärons zuster, pakte haar tamboerijn, en alle vrouwen volgden haar, dansend en op de tamboerijn spelend.
(Exodus 15,20)
De derde keer dat er over Mirjam wordt gesproken is er sprake van kritiek die zij en Aäron hebben op het huwelijk van Mozes met een Nubische vrouw.
Zij betwisten verder zijn leiderschap, waarop JHWH alleen Mirjam straft met huidvraat (Numeri 12).
In Kades in de woestijn van Sin sterft Mirjam en wordt daar ook begraven (Numeri 20,1).

Beloofde land

Korte tijd later kreeg de farao spijt en stuurde zijn leger achter de vluchtelingen aan.
Dezen waren op een zee gestuit en zagen geen uitweg.
Op het beslissende moment waaide de zee echter droog en konden de vluchtelingen over de drooggevallen bodem naar de overkant ontsnappen.
Het zwaarbewapende leger liep vast in de drassige ondergrond en kwam om in het terugvloeiende water.
Drie dagen later kwamen zij aan bij de heilige berg, waar Mozes uit handen van JHWH de Tien Geboden ontving.

Veertig jaar lang duurde de zwerftocht door de woestijn.
Dat ging gepaard met veel gemor, gemopper en ongehoorzaamheid (zie gouden kalf) onder het volk als het ontberingen lijdt, maar Mozes vond er met hulp van JHWH telkens weer een oplossing voor.
Toen het Beloofde Land uiteindelijk was bereikt, mocht Mozes zelf dat land niet in.
Staande op de berg Nebo mocht hij er, vanaf de overkant van de grensrivier Jordaan, een laatste blik op werpen, voor hij stierf.
Zijn ogen waren niet verzwakt en zijn krachten niet afgenomen.
(Deuteronomium 34,7)
Honderdtwintig jaar oud werd Mozes begraven op een onbekende plek.

Gouden kalf

Het verhaal van het gouden kalf is te lezen in hoofdstuk 32 van het bijbelboek Exodus.
Tijdens hun jarenlange tocht door de woestijn wordt het volk ongeduldig toen Mozes zich langdurig had teruggetrokken op de berg Sinaï om met God te spreken.
Omdat zij niet langer geloofden in zijn terugkeer eisten zij van Mozes' broer Aäron dat hij een nieuwe god zou maken om hen verder te leiden, waarop Aäron de gouden oorringen die ze hadden ingezameld omsmolt tot een gouden kalf.
Hij plaatste het op een altaar en het volk bracht het kalf offers en vierde feest.
Toen Mozes van de Sinaï afdaalde en dit alles ontdekte, sloeg hij de twee stenen tafelen met de tien geboden kapot die hij van JHWH had ontvangen.

Terzijde: bij de oprichting van het Nederlands Film Festival in 1981 kwam ter tafel welk dier de Nederlandse filmprijzen moest gaan verbeelden.
De Hollandse koe lag voor de hand, maar is van nature nou eenmaal niet erg sprankelend.
Filmmaker Wim Verstappen kwam met het idee voor het Gouden Kalf, want dat is dartel en fris en minder zwaarwichtig dan die andere festivaldieren als de Gouden Leeuw (Venetië) en Gouden Beer (Berlijn).
Het paste allemaal prachtig bij de Nederlandse film, waarvan hij destijds vond dat die nog in de kinderschoenen stond.
Bovendien zal het Verstappen ook niet ontgaan zijn dat er een bijbelverhaal bestaat over een Gouden Kalf, wat toen ook tot een kamervraag leidde van de SGP.
Het festival heeft de bijbelbetekenis overigens altijd verre van zich geschoven.

Aanvullingen

De omvangrijke Mozes-cyclus - hier (te) kort samengevat - is in latere joodse tradities nog aangevuld.
Een legende weet bijvoorbeeld van een strijd tussen de duivel en Michaël om het bezit van Mozes' lichaam na diens dood.

De joodse historicus Flavius Josephus beschrijft zijn leven in Joodse Geschiedenis, Boek II,201 tot en met Boek IV,331.
Hij weet allerlei 'feiten' te melden over Mozes die in de bijbel niet terug zijn te vinden.

Het Christendom incorporeerde Mozes als heilige profeet en de Rooms Katholieke Kerk creëerde zelfs een feestdag voor hem op 4 september.

Gloeiende kolen

In Exodus 4,10 staat dat Mozes een spraakgebrek had.
De Midrasj Rabba, Schmoth 31 bevat een anekdote die dit spraakgebrek verklaart.

Mozes zal ongeveer drie jaar geweest zijn, toen hij op een dag op de schoot van zijn koninklijke weldoenster, de dochter van de farao, zat en in tegenwoordigheid van de hele hofhouding naar de kroon van de koning greep en die op zijn hoofd zette.
De farao, hevig geschrokken door de weergaloze vermetelheid van het kind, overlegde meteen met zijn wijzen en ministers of dit louter spel was geweest of een slecht voorteken.
Sommige raadslieden zeiden:
Wij vrezen, dat dit de man is, waarvan wij sinds lange tijd hebben voorspeld, dat hij je naar de kroon zal staan.
Anderen zeiden: Men moet hem met het zwaard doden of verbranden.

Toen nam Jithro, een der wijzen, het woord en zei:
Heer en koning! Om onmiddellijk zekerheid te krijgen, moet men aan de ene kant van het kind de prachtigste edelstenen (in een andere versie: goudstukken) leggen en aan de andere kant gloeiende kolen.
Als hier slechts sprake is van kinderlijke onnozelheid, dan zal het, zoals alle kinderen, eerder naar het vuur grijpen en de stenen ongemoeid laten.

Deze raad vond algemene bijval en werd onmiddellijk uitgevoerd.
Maar zie! Het opgewekte kind wilde zijn handjes al naar de edelstenen uitstrekken, en daarmee zijn lot bezegelen, toen een onzichtbare engel - sommigen zeggen dat het de engel Gabriël was - zijn handjes naar de gloeiende kolen leidde.
Het pakte een kool, maar door de pijn geschrokken, stak het zijn hand in de mond en verbrandde met een vork, die aan de handjes was blijven hangen, ook zijn tong en zijn lippen.

Mozes was gered, maar zijn leven lang bleef zijn moeilijke en stotterende uitspraak herinneren aan het ingrijpen van de Voorzienigheid.

Verlengde arm

De Midrasj Rabba vertelt nog twee andere wonderen.
Batja, de dochter van koning farao, ging langs de oever van de Nijl wandelen.
Daar ontdekte zij in het riet een mandje, waarin de kleine Mozes lag.
Zij stak haar hand uit om het mandje naar zich toe te trekken.
Maar haar arm was te kort.
Toen gebeurde er een wonder en haar arm werd langer.
Als men een ver verwijderd doel bereiken wil, moet men niet twijfelen aan de mogelijkheden.
De hoofdzaak is de sterke wil het doel te bereiken.

Genezen uitslag

Er gebeurde nog een tweede wonder met de prinses.
Zij had over haar hele lichaam een lelijke uitslag, waar zij erg onder leed.
De geneeskunde der Egyptische artsen had gefaald.
Nauwelijks echter had zij het mandje aangeraakt of haar uitslag verdween en zij was genezen.
Daardoor herkende zij de genezende en verlossende kracht van het kind dat in het mandje lag.
Batja bracht de zuigeling naar het koninklijk paleis, waar hij groot gebracht werd.

Gehoornd

Mozes is in de kunst talloze malen uitgebeeld, prominent of figurerend binnen andere taferelen.
Een merkwaardig detail van sommige van die afbeeldingen is dat Mozes twee hoorntjes op zijn hoofd heeft.
Achtergrond hiervan is dat in Exodus staat vermeld, dat Mozes van JHWH op de berg Sinaï twee nieuwe stenen tafelen ontvangt met de Tien Geboden en vervolgens terugkeert naar het volk.
Toen Mozes de berg Sinaï afdaalde met de twee stenen platen van het verbond, was hij zich er niet van bewust dat zijn gezicht glansde omdat hij met God gesproken had.
(Exodus 34,29)

In het Hebreeuws wordt hier van het gezicht van Mozes gezegd dat het qaran.
Dit werkwoord komt in het hele Eerste Testament alleen hier voor en in Psalm 69,32.
Omdat het is afgeleid van het zelfstandige naamwoord qeren dat 'hoorn' betekent, vertaalde Hiëronymus in zijn Latijnse Vulgaat het werkwoord met cornuta esset, 'dat het gehoornd was'.
In de context van de scène die draait om Mozes' gezicht en niet om zijn hoofd, kan het werkwoord beter met 'glanzen, stralen, glinsteren' vertaald worden, zoals vrijwel alle vertalingen doen.
Maar in de kunst bleef Mozes zijn hoorntjes houden, hetgeen tot bizarre interpretaties kan leiden: Mozes de duivel, de deugniet, de door zijn vrouw bedrogen man.

Drie evangelisten van het Tweede Testament maakten dankbaar gebruik van deze stralende Mozes bij hun beschrijving van Jezus' Transfiguratie, door Jezus ook te laten stralen, en wel in het bijzijn van Mozes!
2016 Paul Verheijen / Nijmegen