001 - De heilige Hiëronymus
De illustraties van Dali zijn opgenomen in de Latijnse
Biblia Sacra.
Dat is de reden waarom de eerste afbeelding is gewijd aan
Hiëronymus die de Vulgaat, de Latijnse vertaling van de Bijbel, heeft gemaakt.
005 - De Schepping van de mens
Genesis 1,26
De
schepping van de mens is getekend in een verkort, haaks op het beeldvlak.
Dali kiest voor een grauwe, stoffige mandorla om aan te geven dat de mens uit het stof van de aarde is gevormd.
De hand, geheven als scheppingsdaad, verwijst naar God, naar wiens beeld de mens is geschapen.
009 - De zondeval
Genesis 3,1-5
In Genesis 3 verliest de mens bij
de zondeval zijn onschuld, waardoor hij volgens Dali letterlijk zijn gezicht verliest.
De slang is bij Dali vrouwelijk, waarmee hij in een lange traditie staat.
011 - De dronkenschap van Noach
Genesis 9,20-27
Als
Noach drinkt van de wijn die hij na het zakken van het water heeft gemaakt, raakt hij dronken en slaapt naakt zijn roes uit.
Cham ziet de naaktheid van zijn vader en wordt daarvoor door zijn vader bestraft.
Dali beeldt hem uit boven de druiventros alsof hij ontploft.
Zijn twee broers Sem en Jafet bedekken hun vaders naaktheid met een blauwe mantel en houden hun gezicht afgewend.
012 - De toren van Babel
Genesis 11,4
Dali beeldt de
toren van Babel af in verval, symbool van de mens zonder God.
014 - De vrouw van Lot verandert in een zoutpilaar
Genesis 19,26
De vrouw van
Lot kijkt om naar Sodom, waar de bewoners zich overgeven aan seksuele genoegens onder het toeziend oog van een vruchtbaarheidsgodin.
Rechts zien we de dood die de stad zal slaan, gesymboliseerd door een rode en een zwarte vleugel.
015 - Abraham! Abraham!
Genesis 22,9-13
De veelzijdigheid van de gebruikte technieken komt in het offer van
Abraham goed van pas.
Waar Abraham en Isaak naturalistisch zijn weergegeven, heeft Dali de komst van de engel - omhuld door een bruine wolk - als een hemelse verschijning afgebeeld.
021 - Gloria vultus Moysi
Exodus 34,29
Het gezicht van
Mozes straalt na zijn gesprek met God.
Zijn hele gelaat gloeit mdat de aanblik van God niet te verdragen is.
Dali heeft ook de hoorntjes van Mozes afgebeeld die het gevolg zijn van een foute vertaling.
027 - Nebukadnessar, koning van Babylon
2 Koningen 24,10
Dali heeft de machtige
Nebukadnessar afgebeeld met een duister gelaat.
033 - Judit onthoofdt Holofernes
Judit 13,6-8
De onthoofding van Holofernes door
Judit is al eeuwenlang een geliefd thema onder kunstenaars.
036 - Quis ascendet in montem Domini?
Psalm 24
'Wie mag bestijgen de berg van de Heer?'
In de psalm wordt de overdracht van de ark naar Jeruzalem bezongen, waarmee de stad de berg van de Heer wordt.
Dali verbindt dit loflied met het christendom: temidden van de berg verschijnt een priester met een kruis als in een geopend tabernakel.
038 - De eeuwige liefde
Hooglied 2,2
Van Dali zouden we hier een erotische voorstelling verwachten. Tal van toespelingen hierop zijn in het
Hooglied terug te vinden. Maar Dali lijkt zich te houden aan een uitleg dat het in het Hooglied gaat om de vergeestelijkte liefde tussen God en de mens. We zien de bruidegom de bruid - met halo - vereren, omgeven door een hemelse gloed.
041 - Ecce virgo concipiet
Jesaja 7,14
De jonge vrouw zal een kind ter wereld brengen.
De verlossing komt van de jonge vrouw die een kind zal baren, door christenen geïnterpreteerd als een voorspelling door de profeet
Jesaja van de geboorte van Jezus uit de maagd Maria.
051 - Het visioen van de mensenzoon
Ezechiël 1,5-26
Het visioen van
Ezechiël van de verschijning van de mens in de wolken op de troon tussen de vier gevleugelde wezens, keert terug in de Openbaring van Johannes (c.4).
063 - De Annunciatie of Verkondiging aan Maria
Lucas 1,30-38
De verbinding tussen het Eerste en Tweede Testament is de moeder.
In deze
Annunciatie beeldt Dali een jonge vrouw uit in het aanschijn van het goddelijk licht van de Geest, terwijl ze haar armen opend naar de engel Gabriël.
065 - De wijzen uit het Oosten
Matteüs 2,1-12
Olifanten op lange spinnenpoten zijn een geliefd thema bij Dali.
Zij worden in verband gebracht met de obelisk van
Bernini in Rome.
De imposante olifanten op hun fragiele stelten zien eruit als ijle beelden van exotische oorden waar
de wijzen uit het Oosten mee geassocieerd worden.
Die lijken zich echter niet te storen aan de olifanten en volgen de staartster.
067 - De blauwe Madonna
Matteüs 1,23
Deze Madonna-afbeelding is een van de weinige voorstellingen in de
Biblia Sacra zonder het dreigende zwart.
070 - Asperges me hyssopo et mundabo
Psalm 51,9
Raak mij met hysop aan en ik zal rein zijn.
Dali beeldt
Johannes de Doper af als een naakte jongeling.
Het water van de doop spoelt de erfzonde weg en hysop is een plant met bladeren die geschikt is om te sprenkelen.
071 - Et baptizatus est a Ioanne
Marcus 1,9
De
doop van Jezus door Johannes is klein met pen getekend rechtsonder.
De Jordaan kronkelt verder door een imposant roodbruin bergmassief met op de top de stad Jeruzalem, waar vlekken en lijnen in elkaar overvloeien.
073 - Nummularii de Templo eiecti
Johannes 2,13-22
Bij de
tempelreiniging worden de geldwisselaars uit de tempel gedreven.
We zien hier geen omvergegooide tafels maar Jezus op de rug met achter hem mensenhoofden die naar hem kijken, maar doof lijken voor zijn boodschap.
090 - Tolle, tolle, crucifige eum
Johannes 19,25
Nadat er 'weg met Hem, weg met Hem, aan het kruis met Hem' is geroepen, beweent
Maria Magdalena Jezus aan het kruis.
099 - Noli me tangere
Johannes 20,11-18
Goud is de kleur van heiligheid.
In Jezus is het goddelijke zo sterk aanwezig dat hij door
Maria Magdalena niet vastgehouden mag worden.
100 - Emmaüs
Lucas 24,13-21
Aan het breken en het zegenen van het brood herkennen de
Emmaüsgangers Christus.
Maar zijn gelaat blijft door de intensiteit van de goddelijke glans voor hen verborgen.
101 - Tu es Petrus
Matteüs 16,15-20
'Jij bent Petrus en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen'.
Dali heeft
Petrus afgebeeld op de rots die tevens naar Petrus' naam verwijst.
In zijn linkerhand houdt Petrus de sleutel van de hemelpoort en met zijn rechterhand wijst hij naar de kerk waarvan hij nu als herder is aangesteld.
102 - Pinksteren
Handelingen 2,1-4
Pinksteren is in de verbeelding van Dali een vrolijk feest, een dag van hoop waarop de leerlingen begeesterd worden.
105 - De strijd in de hemel
Openbaring van Johannes 12,7-12
Gelet op de belangstelling van Dali voor profeten uit het Eerste Testament die de Dag van JHWH aankondigen, is het niet vreemd dat hij zijn illustraties voor de
Biblia Sacra afsluit met drie afbeeldingen gewijd aan de Openbaring van Johannes (103: Kom, Jezus - Openbaring 22,20, 104: De vrouw bekleed met de zon - Openbaring 12,1-3 en deze afbeelding #105).
Zoals de schepping begon met een explosie, zo culmineert de eindtijd in een kolk, te midden waarvan de
aartsengel Michaël en zijn engelen zich tegen de draken verweren om de vrouw en het kind te behoeden.