Vijfde eeuw
Volgens een legendarische Vita uit de 6e eeuw was Sabina een rijke Romeinse vrouw die werd bekeerd door haar slavin Serapia. Serapia stierf onder Hadrianus (keizer van 117-138) als martelares en een jaar later werd ook Sabina gevangengenomen, berecht, onthoofd en bijgelegd in het graf van Serapia. Andere bronnen melden dat zij stierf in Terni, geknield voor de relieken van Serapia en dat zij in Rome in de 3e of 4e eeuw een kerk liet bouwen op de Aventijn in Rome. Gezamenlijk hebben Sabina en Serapia hun feestdag op 29 augustus.
Het beroemdste kijkstuk van de Basilica di Santa Sabina in Rome zijn de van cipressenhout gemaakte deuren in de porticus die de kerk met het aan de linkerkant van het plein gelegen dominicaner klooster verbindt. De marmeren omlijsting van de deuren is uit de Romeinse keizertijd. De decoratieve banden van trossen en druivenbladeren die de panelen omringen, zijn toevoegingen uit een latere periode. De deuren zelf zijn tegen het jaar 430 ontstaan en behoren tot de ongetwijfeld oudste nog bestaande deuren in hun soort.
Uitgebeeld in hoog reliëf zijn gebeurtenissen uit het Eerste en Tweede Testament in de stijl van de vroeg-christelijke sarcofagen. Voorbeelden van dergelijke oudchristelijke houtsnijwerken zijn uiterst schaars.
De hoogte van de deuren is ongeveer 5½ meter en de taferelen zijn verdeeld in vier kolommen, twee per deur. Gezien de verschillende stijlen gaat men ervan uit dat de oorspronkelijke 28 vlakken zijn vervaardigd door meerdere houtsnijwerkers. Tien van de vlakken hebben de tand des tijds niet doorstaan en onbekend is welke afbeeldingen deze vlakken bevatten (## 06, 07, 12, 13, 14, 19, 20, 21, 27, 28).
De rangschikking van de panelen lijkt volkomen willekeurig te zijn, maar het thema heeft te maken met de eucharistie: brood en wijn en Christus' dood en verrijzenis met de aankondiging of prefiguratie daarvan in het Eerste Testament. Het is niet uit te sluiten dat de panelen ooit van plaats verwisseld zijn.
Hieronder volgen afbeeldingen van de nog resterende 18 vlakken met een korte toelichting.
|
01 - Christus aan het kruis (Matteüs 27,27-56//)
Dit is de oudst bekende plastiche afbeelding van Christus' executie, die voor de eerste generatie christenen als zeer onaangenaam is ervaren en langetijd daarom niet werd uitgebeeld. Daarom zie je alleen een groot corpus en geen kruis. De kruisen zijn alleen voelbaar achter het hoofd en de handen van de gekruisigden.
Naast Christus hangen de goede moordenaar (Dismas) en de slechte moordenaar (Gestas). Christus is vele malen groter dan die twee afgebeeld, hetgeen duidt op zijn morele superioriteit over hen. Opvallend is verder dat Christus is afgebeeld met open ogen.De driehoekig tympanons staan symbool voor de stad Jeruzalem (vergelijk #08).
|
02 - Drie wonderen van Christus
Dit paneel bestaat uit drie voorstellingen waarop Christus de virga virtutis, de 'stok van de deugd', draagt.
Met deze stok raakt hij een persoon of voorwerp aan, waardoor het wonder geschiedt.
Van boven naar onder:
- Genezing van een blinde
(Lucas 18,35-43)
- Tweede broodvermenigvuldiging; zeven korven en drie dikke vissen
(Matteüs 15,29-39)
- Bruiloft te Kana; zeven kruiken met water worden veranderd in wijn
(Johannes 2,1-12)
In het bijbelverhaal is er sprake van zes kruiken.
Mogelijk dat het aantal van de zeven korven bij de broodvermenigvuldiging deze vergissing (?) heeft veroorzaakt.
We kijken naar eenvoudige, oprechte kunst, gericht op de emotie van de toeschouwer, zonder zorg voor de verhoudingen en de ruimtelijke en perspectivische opstelling.
Let bijvoorbeeld op de bijzondere rangschikking van de broden en vissen.
Het houtsnijwerk is als een samenvatting en heel direct, geheel anders dan de stijl van bijvoorbeeld #25.
|
03 - De ongelovige Tomas (Johannes 20,24-31)
Christus richt zich tot Tomas, die met gebogen hoofd het verwijt van zijn meester aanhoort.
Twee andere apostelen bekijken ironisch de vernedering van hun collega.
|
04 - De roeping van Mozes (Exodus 3)
Willen we de chronologie van het verhaal in stand houden, dan dienen de vier voorstellingen over Mozes van onder naar boven bekeken te worden:
- Mozes weidt de schapen van zijn schoonvader Jetro
- Mozes kijkt omhoog en wordt door een engel geroepen
- Mozes trekt zijn sandalen uit
- Mozes ontvangt op een rol de aanwijzingen van God voor zijn opdracht
|
05 - Christus door Pilatus veroordeeld (Matteüs 27,1-26//)
Links wast Pilatus zijn handen in onschuld en rechts komt Christus met gebonden handen naar voren, terwijl Simon van Cyrene het kruis draagt.
|
08 - De engel en de vrouwen bij het graf (Matteüs 28,1-8)
Rechts verschijnt de engel die de verrijzenis verkondigt aan twee vrouwen.
Links zien we een driehoekig tympanon, dat symbool staat voor de stad Jeruzalem (zie ook #01).
Vergelijk dit paneel ook met #10, waar de plaats van de engel door Christus zelf wordt ingenomen.
|
09 - Vier wonderen van Mozes in de woestijn
Willen we de chronologie van het verhaal in stand houden, dan dienen ook hier de vier voorstellingen rond Mozes van onder naar boven bekeken te worden:
- Het bittere water van Mara
(Exodus 15,22-25)
- De kwartels
(Exodus 16,1-13)
Drie personen zitten aan een ronde tafel, waarop een schotel met gebraden kwartels staat.
- Het manna
(Exodus 16,14-36)
Wederom een ronde tafel met drie personen.
Rechts houdt een vrouw een vat in haar hand, waarin zij manna wil verzamelen.
Links houdt een vrouw in haar linkerhand een rol en in haar rechterhand een watervat.
- Het water uit de rots Horeb
(Exodus 17,1-7)
|
10 - De verrezen Christus verschijnt aan de beide Maria's (Johannes 20,11-18//)
De verrezen Christus richt als bejaarde en bebaarde man het woord tot de twee Maria's die specerijen naar het graf brengen.
Vergelijk dit paneel ook met #08, waar in plaats van Christus alleen nog sprake is van de engel die de verrijzenis aankondigt.
|
11 - Acclamatie-scène ?
Dit paneel blijft raadselachtig voor de uitleggers.
De mogelijke verklaringen zijn onder andere:
- De proclamatie van het primaat van de paus tijdens het concilie van Chalcedon
- De inwijding van de basiliek Santa Sabina
- De kroning van keizer Valentianus
- Zacharias in de tempel (Lucas 1,5-25)
- Petrus bezoekt met zes mannen het huis van de honderdman Cornelius (Handelingen 10)
|
15 - Aanbidding van de wijzen (Matteüs 2,1-12)
De driekoningen-scène behoort tot de iconografie van de vierde eeuw.
Het nieuwe is hier het feit dat Maria op een troon zetelt, vanwaar zes treden naar beneden lopen: een teken van verering.
Op het concilie van Efeze werd Maria tot Theotokos, de moeder Gods, uitgeroepen.
|
16 - Hemelvaart van Christus (Lucas 24,50-53 en Handelingen 1,4-11)
De hemelvaart van Christus wordt voorgesteld doordat hij wordt omhooggetrokken de hemel in.
De engel richt zich tot de bedroefde en verraste leerlingen om hen te sterken.
|
17 - Christus voorspelt Petrus' verloochening (Matteüs 26,31-35//)
Petrus staat centraal, links Christus, terwijl rechts de haan, dankzij de zuil waarop hij staat, het gebeuren beheerst.
|
18 - De exodus
Onder is te zien het wonder van de in een slang veranderde staf (Exodus 7,8-13).
Links maakt Aäron met zijn staf het geheimzinnige gebaar, in het midden roepen twee slangen de schrik van de farao op, die gereed is zijn zwaard te grijpen.
De tweede scène schildert hoe de wagen van de farao en zijn leger door de Rietzee worden verzwolgen.
Bovenin slaat de hand van God op de vuurzuil, terwijl links de engel zich voor Israëls leger opstelt (Exodus 13,17 - 14,31).
In 1836, vijftien jaar na de dood van Napoleon Bonaparte, heeft een restaurateur die Napoleon waarschijnlijk haatte, tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de deur, het hoofd van de farao vervangen door dat van Napoleon om hem net als de farao eeuwige verdoemenis te wensen.
|
22 - De Emmaüsgangers (Lucas 24,13-35)
In het midden zie je Christus die het uiterlijk heeft van de engel die de verrijzenis aankondigde (#08).
Met zijn rechterhand legt hij de beide Emmaüsgangers de ware roeping van de Messias uit.
In zijn linkerhand heeft hij als herkenningsteken het brood.
|
23 - De verheerlijking van Christus en de Kerk (Buiten-bijbels)
Onder wordt de kosmos uitgebeeld: rechts de zon met daaronder Petrus, links de maan met daaronder Paulus en vijf sterren.
In het midden een vrouwenfiguur, die gekleed is in een om haar heupen omgorde tunica.
De beide apostelen heffen hun arm om het centrale voorwerp, het teken van de Kerk, te dragen.
Christus daarboven is staande afgebeeld, omgeven door een nimbus met daarin de alfa en omega.
Hij verkondigt door middel van een schriftrol die hij in zijn linkerhand houdt, de goddelijke wet.
In de vier hoeken rond de nimbus zijn de vier symbolen van de evangelisten afgebeeld: linksboven adelaar (Johannes), rechtsboven leeuw (Marcus), linksonder engel (Matteüs) en rechtsonder rund (Lucas).
|
24 - Habakuk vliegt naar Daniël (Daniël 14,33-42)
Links draagt Habakuk een bord met drie broden dat hij wil brengen naar de arbeiders op het veld.
Rechts is een herder met een hond en geiten afgebeeld.
Een van de geiten schilfert een olijfboom af.
Daarboven zweeft reeds de engel die Habakuk vervolgens dit voedsel naar Daniël in de leeuwenkuil laat brengen.
Het bijzondere van deze voorstelling is dat we te maken hebben met een van de eerste voorbeelden van een engel met vleugels.
In feite waren de engelen in de iconografie van het christendom van de eerste eeuwen entiteiten die zonder vleugels werden weergegeven.
In deze scène zien we al een beter gebruik van perspectief.
|
25 - Hemelvaart van Elia (2 Koningen 2)
Hier is duidelijk een andere kunstenaar aan het werk dan bijvorbeeld bij #02.
Deze voorstelling lijkt klassiek-hellenistisch: volledige beheersing van het expressieve medium, gevoel voor beweging en van de verbinding van de figuren van Elisa, Elia en de engel.
Het is een compositie die in een spiraal oprijst, waarbij de kunstenaar ook de smaak te pakken krijgt van subtiliteiten, zoals rotsen, wolken en de groene hagedis, typisch voor de Hellenistische kunst.
Onder wordt het wonder van de verloren bijl uitgebeeld (2 Koningen 6,1-7): rechts beklaagt een van de leden van het profetengilde zich bij Elisa dat het ijzer van zijn bijl in het water is gevlogen.
Hij ligt voorafgebogen op de grond en grijpt vertwijfeld naar zijn hoofd.
Links wordt het ijzer door middel van een stuk hout teruggevonden.
Elisa kijkt naar boven om de mantel van Elia vast te houden, maar Elia stijgt naar boven in zijn tweewielige wagen die door reusachtige paarden wordt getrokken.
|
26 - Christus voor hogepriester Kajafas (Matteüs 26,57-68//)
Kajafas vervloekt Christus, nadat deze tot hem gezegd heeft Kajafas de Mensenzoon zal zien zitten aan de rechterhand van de Macht en komen op de wolken des hemels.
|